Menu
Terug

LA GUERRE JAPONAISE

Jan Cremer

  • 1960, gemengde techniek op doek
  • 160 x 560 cm

Nog maar twintig jaar jong is schilder en schrijver Jan Cremer (1940), als hij in 1960 zijn meesterwerk La guerre Japonaise schildert. Cremer begint al op zijn veertiende met schilderen. En het is meteen raak. Geen voorzichtige eerste stappen, geen aarzelend zoeken, maar direct de felle kleur en het grote gebaar.

De jonge Cremer lanceert zichzelf in het Parijs van de jaren vijftig. De lichtstad is op dat moment een internationale smeltkroes van kunst en cultuur, waarin hij als artistieke veelvraat zijn levenshonger probeert te stillen. In Parijs ontwikkelt hij zijn zogeheten ‘Peinture Barbarisme’, woest beschilderde doeken met dikke lagen verf, gemengd met zand, jute en andere materialen. Met zijn onorthodoxe techniek en dito persoonlijkheid plaatst hij zichzelf in één klap in de frontlinie van de moderne kunst.

Het vijfluik La guerre Japonaise wordt gezien als een icoon van strijd en vrijheidsdrang van Cremer en zijn generatie. Het schilderij heeft letterlijk in brand gestaan: de oppervlakte van het werk heeft Cremer met een gasbrander bewerkt, zodat onderliggende lagen teer zichtbaar worden. Het behelst woede en een aanklacht tegen bloedvergieten in de oorlog. De vele verhalen die hij tijdens zijn verblijf in een tehuis voor Indische spijtoptanten in Scheveningen hoorde, vormden hierbij een inspiratiebron.  Tegelijkertijd voert Cremer een ‘eenmansguerrilla’ tegen traditionele schilderkunst en is hij als schilder in gevecht met zijn doek. ‘Schilderen is oorlogvoeren’, zo stelde hij ooit.


1960, mixed media on canvas
160 x 60 cm

Jan Cremer (b. 1940) was just 20 when he painted his masterpiece La guerre Japonaise in 1960. Cremer started painting at the age of 14, and he got to grips with it immediately. No cautious first steps, no hesitant seeking – straight to the bright colours and big gestures.

The young Cremer launched himself as an artist in Paris in the 1950s. The city of light was a melting pot of art and culture where he attempted to still his huge artistic appetite for life. In Paris he developed his ‘Peinture Barbarisme’, ferociously painted canvases with thick layers of paint mixed with sand, jute and other materials. With his unorthodox technique and personality, he smashed straight through to the frontline of modern art.

The pentaptych La guerre Japonaise is regarded as an icon of the battle and urge for freedom that was typical of Cremer and his generation. The painting literally caught fire. Cremer worked the surface with a blow torch to reveal underlying layers of tar. The work signifies fury and condemns the bloodshed of war. The many stories he heard during his time at a home for Indonesian penitents in Scheveningen were a source of inspiration for the work. At the same time, Cremer was engaged in a ‘one-man guerrilla war’ against traditional painting, a painter fighting with his own canvas. ‘Painting is war’, he once said.

Jan Cremer

* 1940