Menu
Terug

PARIJS / PARIS

Zonder titel
Fotograaf: Onbekend


‘Eerst wilde ik werken bij Zadkine. Toen zag ik in het atelier van de leerlingen 50 Zadkine’s. Daar moest ik niets van hebben. Daarna ben ik gegaan naar Malfray. Die liet je helemaal vrij; je moest je eigen weg gaan. Dat was zo boeiend eigenlijk.’ De Parijse leertijd van Charlotte van Pallandt duurde, met onderbrekingen, ongeveer zeven jaar. Haar leermeesters uit deze vooroorlogse periode waren bepalend voor haar verdere, lange loopbaan als beeldhouwster. Nadat zij als beginnend schilderes enige tijd les had van de Franse kubist-theoreticus André Lhote begon zij omstreeks 1926 met beeldhouwen. De moderne classicist Charles Malfray leerde haar in de Académie Ranson aandacht te schenken aan de constructieve ordening van de zichtbare wereld. Hierbij werd nooit de weg naar de volledige abstractie bewandeld, want de natuur bleef de inspiratiebron. Samen met de beeldhouwers Charles Despiau en Aristide Maillol was Malfray haar grote voorbeeld. Charlotte van Pallandt woonde in Parijs in Montparnasse, maar nam niet deel aan het bloeiende uitgaansleven in deze wijk. Zij vertelde over het leven in haar nieuwe woonplaats: ‘Ik kon goed op mezelf zijn. Je behoort er tot de verloren massa. Het is heerlijk werken in Parijs, je bent er zo geïsoleerd. Gezelligheid en comfort zijn grote vijanden van creativiteit.’ Op een zeker moment woonden verschillende familieleden in Parijs, een situatie waarover zij opmerkte dat aan alle kanten aan haar werd getrokken. In een interview uit 1992 noemde zij haar vooroorlogse jaren in Parijs ‘één van de gelukkigste episodes’. Zij vond het heerlijk om in de Franse hoofdstad te wonen, want ‘…je bent er een nummer, niemand kent je, niemand weet van je adellijke afkomst, van je verleden als gescheiden vrouw, je bent er anoniem en zo kun je je helemaal geven’. Mede door deze Franse leertijd bleef Charlotte van Pallandt in Nederland in artistiek opzicht een ‘buitenstaander’, een positie die nog versterkt werd door haar persoonlijkheid en achtergrond.


‘At first I wanted to work with Zadkine. Then I saw 50 Zadkines in the apprentices’ workshop. That was really not for me. Then I went to Malfray. He gave you total freedom; everyone had to do their own thing. That was fascinating, actually.’ Charlotte van Pallandt would eventually spend around seven years studying in Paris, with several interruptions. Her teachers from this period before the war defined her long career as a sculptor. Having been taught by André Lhote when she started out as a painter, she began sculpting around 1926. During her training at Académie Ranson modern classicist Charles Malfray taught her to focus on the structural arrangement of the visible world. This meant never attempting complete abstraction, as nature would always remain the source of inspiration. Along with sculptors Charles Despiau and Aristide Maillol, Malfray was her great example. Charlotte van Pallandt lived in Montparnasse in Paris, but she did not partake of its burgeoning nightlife. She wrote of her life in her new home: ‘It was easy to be by myself.

One is part of a lost crowd. It’s wonderful working in Paris, one is so isolated here. Conviviality and comfort are the great enemies of creativity.’ At a certain point, several relatives also lived in Paris, and she complained that she was being pulled in all directions. In a 1992 interview she called her pre-war years in Paris ‘one of the happiest episodes’. She loved living in the French capital because ‘…you’re a number, no one knows you, no one knows of your aristocratic background, of your past as a divorced woman, you’re anonymous and so you can give yourself completely’. Thanks partly to her training in France, Charlotte van Pallandt always remained an artistic ‘outsider’ in the Netherlands, a status reinforced by her character and background.