Menu
Terug

4. Igor Strawinsky

Marino Marini

  • 1951, brons
  • h. 30 cm

Marino Marini ontmoette de beroemde componist Igor Strawinsky tijdens een bezoek aan New York in 1950. Nog datzelfde jaar maakte Marini een portret van de 67-jarige Rus. Een jaar later vervaardigde hij deze tweede versie, waarin de kop van Strawinsky vriendelijker en ijler is weergegeven dan in het eerste portret.
Marini was vertrouwd met alle modernistische stromingen, maar bleef zelf figuratief werken. Hij was één van de beeldhouwers die omstreeks 1950 zorgde voor een herleving van het portret. Voor zijn bronzen beelden gebruikte hij verschillende metaallegeringen, met als resultaat verschillende kleuren van het materiaal. Marini was niet geïnteresseerd in een gladde mooie huid, maar gaf zijn beelden een pregnante oppervlaktebehandeling. In de krassen en groeven van dit portret toont hij bewust de resten chamotte (boetseerklei) die na het gieten zijn achtergebleven; ze spelen een rol in de expressie van de kop.
Zijn belangstelling voor kleur in de beeldhouwkunst en voor de expressie van zijn portretten ontleende Marini aan de Etruskische kunst. ‘Hun figuren glimlachen ironisch maar deze ironie straalt intelligentie en verbeelding uit’, zei hij over de Etruskische kunst. Dit is onmiskenbaar ook het geval bij dit expressieve portret.


1951, mixed media

h. 30 cm

Marino Marini met famous composer Igor Stravinsky during a visit to New York in 1950. That same year Marini created a portrait of the 67-year-old Russian. A year later he produced this second version, in which Stravinsky’s face is thinner and his expression friendlier than in the first portrait.
Marini was familiar with all the modernist movements, yet continued to produce figurative work himself. He was one of the sculptors who, around 1950, brought about a revival of the portrait. He used various metal alloys for his bronze sculptures, resulting in different colours. Marini was not interested in achieving a nice smooth surface, preferring to give his sculptures a more interesting surface treatment. He deliberately shows residues of chamotte (modelling clay) left behind after the casting in the scratches and grooves in this portrait, where they help define the expression of the face.
Marini’s interest in colour in sculpture and the expression in his portraits came from Etruscan art. ‘Their figures smile ironically, but this irony exudes intelligence and imagination’, he once said of Etruscan art. That is certainly true of this expressive portrait.

Marino Marini

* 1901 Pistoia
† 1980 Viareggio